Rundvee

  • by:
  • September 12, 2024
  • Category:

Nieuwe ‘Barometer’ resultaten tot en met maart 2024


De nieuwste resultaten van de Barometer overspannen de periode van april 2022 tot en met maart 2024. De resultaten tonen dat de hoeveelheid gebruikte antibiotica (in ton) ongeveer stabiel blijft ten opzichte van de vorige Barometer. Het gebruik van (fluoro)quinolones bij zowel vleeskippen als vleeskalveren neemt licht af en er is opnieuw sprake van een beperkt gebruik van 3de en 4de generatie cefalosporines bij varkens en vleeskalveren. Er zijn enkele nieuwigheden in deze Barometer.

In deze Barometer zijn, tegenover de vorige resultaten, de totale gebruikte tonnages bij pluimvee (-0,3 ton) en varkens (-1,1 ton) slechts lichtjes lager, terwijl er bij vleeskalveren sprake is van een hele lichte stijging (+0,1 ton). Ook de laatste vier Barometers toonden geen verdere grote dalingen meer bij de verschillende diersoorten. Een nieuw toegevoegde slide toont de jaar-op-jaar evolutie van de gebruikte hoeveelheden antibiotica. Terwijl er bij varkens de afgelopen zes jaar een steeds dalende trend te zien is, fluctueert het antibioticagebruik in de pluimvee- en vleeskalversector de laatste jaren.

Na een piek in gebruikte kilogram (fluoro)quinolones de voorbije Barometers, toont de huidige Barometer wel een beperkte daling bij pluimvee (specifiek bij braadkippen) en ook bij vleeskalveren. Het gebruik bij pluimvee blijft echter bijna dubbel zo hoog (600,7 kg) als het laagste punt dat bereikt werd in de periode januari-december 2021 (313,1 kg). Bij vleeskalveren werd het laagste gebruik gezien in de periode oktober 2020-september 2021 (25,8 kg) terwijl in deze Barometer resultaten 38,4 kg antibiotica gebruikt werden. Dit toont aan dat er nog ruimte is voor een verdere daling in het gebruik van (fluoro)quinolones. Nieuw in deze Barometer is de opsplitsing van het (fluoro)quinolonegebruik bij vleeskalveren in oraal versus injecteerbaar gebruik. Dit toont dat de meeste vleeskalverbedrijven die (fluoro)quinolones gebruiken dit via injectie toedienen. Het merendeel van de gebruikte kilogrammen worden evenwel oraal toegediend.

In de varkenssector werd voor het eerst in lange tijd opnieuw gebruik van 3de/4de generatie cefalosporines geregistreerd, weliswaar bij een erg beperkt aantal bedrijven.

Het colistinegebruik stagneert bij de verschillende diersoorten.

In de Barometer worden ook de gebruiksresultaten in het kader van de ‘reductiepaden’ (= grenswaarden voor het aantal behandeldagen op 100, oftewel BD100, op bedrijfsniveau) opgevolgd voor de varkens-, vleeskippen- en vleeskalverensector. Nieuw in deze Barometer is dat de nulgebruikers (= bedrijven waar actief dieren gehouden worden die bijgevolg ‘het risico lopen’ op een behandeling met antibiotica, maar waarvoor geen antibioticumgebruik werd geregistreerd in Sanitel-Med) zijn inbegrepen in de resultaten. Dit heeft voornamelijk een impact op de resultaten van de leghennen, aangezien daar de meeste bedrijven geen antibiotica gebruiken.

De evolutiefiguren in het kader van de sectorspecifieke BD100-doelstellingen tonen eerder een stagnatie in gebruikte hoeveelheden antibiotica bij varkens. Bij vleeskippen is er een lichte afname in de BD100 over de volledige benchmarkpopulatie. Bij de vleeskalveren wordt voor het eerst opnieuw een lichte stijging gezien in de BD100-waarden over de volledige benchmarkpopulatie. Dit vertaalt zich in minder groene bedrijven en meer rode bedrijven in de vleeskalversector, terwijl deze percentages in de andere sectoren eerder stabiel blijven. Bij vleeskippen zien we momenteel het hoogste percentage (76,7%) groene bedrijven sinds de huidige signaleringswaarde van 5 van kracht is. Ook bij de kraambiggen was er nog niet eerder zo’n hoog percentage groene bedrijven als nu (74,9%).

Merk op dat er bij vleeskalveren, na overleg met de sector, vanaf heden een ander standaardgewicht (210 kg) gebruikt wordt voor bedrijven die in de overeenkomstige benchmarkperiode uitsluitend dikbilkalveren opkweekten. Voor de meeste bedrijven wordt nog steeds met het oorspronkelijke standaardgewicht van 160 kg gerekend. Deze wijziging werd retrospectief toegepast op de resultaten van vorige benchmarkperioden, zodat deze correct vergeleken kunnen worden.

De figuren over het totaal aantal ton antibiotica per benchmark-kleurscore tonen dat zowel bij vleeskalveren als bij varkens het antibiotica (AB)-gebruik in de rode diercategorieën nog steeds zwaar doorweegt in het totale gebruik in deze sectoren. Hoewel 8,2% van de varkensbedrijven minstens één rode diercategorie heeft, wordt 11,8 ton (= 21,8%) van het totale gebruik bij varkens (54,2 ton) gebruikt in een rode diercategorie. De laatste figuur toont dat rode bedrijven buitenproportioneel verantwoordelijk zijn voor het antibioticumgebruik in elk van de vier varkenscategorieën. Bij vleeskalveren gaat het om 11,9% rode bedrijven die verantwoordelijk zijn voor 2,3 ton (= 18,2%) van het totale gebruik in de sector (12,6 ton). Dit onderstreept het belang van een strikte opvolging en begeleiding van de rode bedrijven om het totale gebruik binnen een sector te laten dalen.

Vind in bijlage de figuren van de Barometer

De Barometer toont het jaarlijks totaal antibioticum (AB)-gebruik dat per diersoort geregistreerd werd in SANITEL-MED uitgedrukt in aantal ton, steeds opschuivend met een kwartaal (‘rollend kwartaal’). Naast het totaalgebruik worden er ook drie antimicrobiële families uitgelicht die een belangrijke rol spelen in de menselijke geneeskunde en in de diergeneeskunde, nl. de polymyxines (colistine) en de families met een rode AMCRA kleurcode (kritisch belangrijke antibiotica), namelijk de (fluoro)quinolones en de 3e en 4e generatie cefalosporines. Om een idee te geven wat het aandeel is van het AB-gebruik dat wordt geregistreerd in SANITEL-MED in het totale diergeneeskundige AB-gebruik, staat in elke figuur ter referentie het aantal ton of kg dat in 2023 volgens de BelVet-Sac data werd verkocht in België. Deze overzichtscijfers zijn niet genormaliseerd voor biomassa. De cijfers in de Barometer zijn uitgedrukt in absolute cijfers (ton, kg). Gezien de biomassa per diersoort effectief enige procenten per jaar stijgt of daalt, gelden deze cijfers niet als een referentie van het gebruik bij de verschillende diersoorten. Daarnaast wordt per diersoort en -categorie de evolutie van enkele percentielen getoond, dit geeft de verdeling van de BD100 over de bedrijven in de benchmarkgroepen weer. Tot slot wordt ook het percentage bedrijven in de verschillende kleurzones en het totaal aantal ton antibiotica per benchmark-kleurscore getoond.