Varken

  • by:
  • maart 19, 2019
  • Category: Reductie antibioticumgebruik

Reductie antibioticumgebruik in project BPG-AB


Veehouders zijn er opnieuw in geslaagd om het antibioticumgebruik op hun varkensbedrijf te reduceren. In een samenwerking tussen de epidemiologie unit (Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Gent) en de Belgian Pork Group, genaamd het project BPG-AB (Beter Produceren Geen AntiBiotica), werden 16 bedrijven begeleid naar een verminderd antibioticumgebruik. Bedrijven die al heel laag zaten in gebruik werden gecoacht naar een antibioticumvrije productie van varkens.

Antibioticumgebruik is de belangrijkste aanleiding tot antibioticumresistentie, wat een gezondheidsrisico inhoudt voor zowel mens als dier. Het doel van dit project was om varkensbedrijven te begeleiden naar een verminderd antibioticumgebruik. Zestien Belgische gesloten bedrijven namen deel aan dit project en elk bedrijf werd drie keer bezocht: een eerste keer om informatie te verzamelen over hun antibioticumgebruik en om hun bioveiligheidsstatus vast te leggen aan de hand van de Biocheck.UGent. Bij een tweede bezoek werd bedrijfsspecifiek advies gegeven. Bij een derde bezoek werd de evolutie in antibioticumgebruik en bioveiligheid vastgelegd.

Het kengetal om het antibioticumgebruik weer te geven is de BD100 (aantal behandeldagen met antibiotica op 100 dagen, of het percentage behandeldagen). Dit kengetal werd berekend voor de periode van 01-01-2017 t.e.m. moment van het eerste bedrijfsbezoek (ongeveer 14 maanden) en nadien nog eens voor de periode van het eerste bedrijfsbezoek t.e.m. het derde bedrijfsbezoek (ongeveer 9 maanden). De gemiddelde BD100 was aanvankelijk 10.70, 18.37, 1.91 en 0.98 voor zuigende biggen, gespeende biggen, vleesvarkens en zeugen respectievelijk. Eén bedrijf kampte met een belangrijk diergezondheidsprobleem, waardoor er een toename was in het antibioticumgebruik. Als dit bedrijf  buiten beschouwing wordt gelaten wordt een reductie gezien in het antibioticumgebruik van maar liefst 74 % bij de zuigende biggen, 27 % bij de gespeende biggen, 51 % bij de vleesvarkens en 24 % bij de zeugen.

Zeven bedrijven, die al heel laag zaten in antibioticumgebruik, konden succesvol een groot aandeel van hun varkens opkweken zonder gebruik van antibiotica (van geboorte tot slacht). Indien een big of vleesvarken toch behoefte heeft aan een behandeling met antibiotica moet er voldaan worden aan enkele criteria o.a. beperken tot een individuele behandeling, identificatie van het dier met een oormerk in een opvallende kleur, apart houden van de dieren en bijhouden van de behandelingen op een hokkaart. Deze bedrijven hadden een beperkt aantal zeugen (van 85 tot 240) en werkten volgens alle soorten wekensysteem, met uitzondering van het 4-wekensysteem. De antibioticumvrije bedrijven deden allemaal eigen aanfok van gelten en hadden een hoge speenleeftijd (gemiddeld 26 dagen).

Ook op vlak van bioveiligheid werd een mooie vooruitgang geboekt. De Biocheck.UGent vragenlijst werd afgenomen bij zowel het eerste als het derde bedrijfsbezoek. Op vlak van externe bioveiligheid werd de grootste stijging gezien bij de categorie “afvoeren van dieren, mest en kadavers” van 11 %, bij de interne bioveiligheid werd de grootste evolutie gezien bij de categorie “ziektemanagement”. De positieve vooruitgang in deze categorie van 20 % kwam voornamelijk door het toepassen van een strenger euthanasiebeleid of het afzonderen van zieke dieren in een aparte ziekenboeg.

Figuur: reductie in antibioticumgebruik bij de verschillende diergroepen