Volgens het advies is de aanwezigheid van resistente bacteriën bij dieren vóór het vervoer één van de belangrijkste risicofactoren die bijdragen tot de overdracht van antimicrobiële resistentie (AMR). Andere risicofactoren die vrijwel zeker bijdragen tot de overdracht zijn onder meer een verhoogde uitscheiding van resistente bacteriën via uitwerpselen, blootstelling aan andere dieren die meer of andere soorten resistente bacteriën bij zich dragen, onvoldoende hygiëne van voertuigen en uitrusting, en de duur van het vervoer. Lange transporten waarbij in verzamelcentra en controleposten moet worden gerust, worden in verband gebracht met hogere risico's als gevolg van specifieke factoren zoals nauwe contacten met dieren van verschillende bedrijven, milieuverontreiniging en stress.

De conclusie is dan ook als volgt: Strategieën om de kans op overdracht van AMR bij dieren te kunnen verkleinen, zijn het minimaliseren van de duur van het vervoer, een behoorlijke reiniging en ontsmetting van voertuigen, materiaal en ruimten waar dieren worden in- en uitgeladen, verbetering van de gezondheid en het welzijn van de dieren en/of de bioveiligheid onmiddellijk vóór en tijdens het vervoer, waarborging van het thermisch comfort van de dieren en scheiding van dieren. Bovengenoemde maatregelen zouden ook toegepast moeten worden in stallen, verzamelcentra en controleposten.

Wenst u meer te weten te komen over het beperken van de risicofactoren van spreiding van AMR? U kunt het volledige advies hier terugvinden.